OORLOG

Oorlog bestaat in mensen. De bijbel heeft zelfs eens een heel volk met OORLOGZUCHTIG willen benoemen. 

De naam AMALEK betekent dus letterlijk  "OORLOGZUCHTIG" En dan lezen we daarbij: HET VLEES GENIET VAN VECHTEN EN WIL DE VREDE NIET BEWAREN. DAARNAAST IS HET VLEES ZEER VERWOESTEND. HET VLEES VERWOEST ONS HUWELIJKSLEVEN, ONS GEZINSLEVEN EN ONS GEMEENTELEVEN. HET WIL ALLES DAT POSITIEF IS VERNIETIGEN. 

EN DAN MOET JE DUS NOG WETEN DAT ER EEN HELE BEVOLKING MEE KON WORDEN BEDOELD DIE TEZAMEN VOOR DE ZOGHETEN  AMALEKIETEN HEBBEN GESTAAN ( ZIE O.A. HET BOEK 1 SAMUEL 15:22)

WAR

War exists in people. The Bible even wanted to call an entire nation WARFUL.

The name AMALEK literally means "WARFISH" And then we read: THE FLESH ENJOYS FIGHTING AND DOES NOT WANT TO KEEP THE PEACE. IN ADDITION, THE MEAT IS VERY DESTRUCTIVE. THE FLESH WILL DESTROY OUR MARRIAGE LIFE, FAMILY LIFE AND COMMUNITIES. IT WANT TO DESTROY EVERYTHING POSITIVE.

AND THEN YOU NEED TO KNOW THAT IT COULD MEAN A WHOLE POPULATION WHO HAVE STANDING TOGETHER FOR THE SO-CALLED Amalekites (SEE THE BOOK OF 1 SAMUEL 15:22)

 

WAKKER WORDEN MET EEN INDRUKWEKKEND TIKTOK FILMPJE

Ik werd deze ochtend door TIKTOK geraakt door een clip van de Oekraïne, een vrouw begon te zingen en vele verschenen in haar omgeving. Het deed me vreemd genoeg denken aan de musical of film van “Les Miserables” (van de Franse schrijver Victor Hugo), het was dus het verhaal waar vele miljoenen mensen in heel Europa zeer sterk door geraakt werden.

Maar nu dus een spontaan samenzang vanuit de Oekraïne en dus niet naar een oud verhaal, maar naar een situatie van dit moment. Veelal door voornamelijk door vrouwen gezongen die natuurlijk allen zeer bewogen zijn voor de situatie in hun land. Zelfs kwam via TIKTOK nog even het nieuws voorbij dat er 36 mensen uit de Oekraïne opgenomen worden door het Nederlandse Koningsgezin.

En dan ga ik dus weer terug in deze tijd en blik ik op onze leestekst van vandaag van onze zogeheten morgenwacht.
En daar lees ik letterlijk de tekst: vrouwen uit alle steden van Israël kwamen bij elkaar om te zingen. Het raakte mij dus in het bijzonder omdat in de vroege ochtend het indrukwekkende zingen van de vrouwen uit de Oekraïne voor het eerst had gehoord. Ik wil dan graag weten hoe deze opname bij jullie over zal komen.

WAKE UP TO AN IMPRESSIVE TICKTOK MOVIE

I was touched by TIKTOK this morning by a clip from Ukraine, a woman started to sing and many appeared in her area. Strangely enough, it reminded me of the musical or movie of “Les Miserables” (by the French writer Victor Hugo), so it was the story that deeply moved many millions of people across Europe.

But now a spontaneous congregational singing from the Ukraine and therefore not to an old story, but to a current situation. Mostly sung by mainly women, who are of course all very moved for the situation in their country. Even the news came through TIKTOK that 36 people from the Ukraine are being admitted by the Dutch royal family.

And then I go back in time again and I look at our reading text today from our so-called tomorrow watch.
And there I literally read the lyrics: women from all the cities of Israel gathered to sing. So it touched me especially because in the early morning I had heard the impressive singing of the women from Ukraine for the first time. I would like to know how this recording will come across to you.

Heel  DE WERELD wordt momenteel geraakt door de oorlog in de Ukraine, DIT FILMPJE KWAM IK TOEVALLIG OP 3 MEI 2022 ALS EERSTE  TEGEN OP TIKTOK EN IS VAN 12 APRIL 2022
https://www.youtube.com/watch?v=LIUoFuSuvTM 

Natuurlijk is deze oorlog in de wereld het nieuws van de dag geworden en vreemd genoeg voelt de hele wereld de gevolgen ervan. Belangrijke olie- en gaskranen werden dichtgedraaid en dat had zelfs tot gevolg dat in de Filipijnen de benzineprijs zeer fors is gestegen.

 

Vandaag ben ik gaan kijken naar dat volkslied van Oekraïne dat je nu veel hoort en dat in alle verschillende delen van EUROPA en niet te vergeten in NEDERLAND, zie de volgende clips.

The whole WORLD is currently being affected by the war in the Ukraine, THIS MOVIE COINCIDENTLY CAME ON TIKTOK ON MAY 3, 2022 AND IS FROM APRIL 12, 2022
https://www.youtube.com/watch?v=LIUoFuSuvTM 

Of course this war in the world has become the news of the day and strangely enough the whole world is feeling the consequences of it. Important oil and gas taps were turned off and that even had the effect in the Philippines that the price of petrol has risen very significantly.

 

Today I went to have a look at that national anthem of the Ukraine that you hear a lot at the moment and that in all different parts of EUROPE and not to forget in THE NETHERLANDS, see the following clips.

Het volkslied van Oekraïne. (met trekharmonica en ukelele) https://www.youtube.com/watch?v=mzR__91BUlE  2 mrt. 2022

The national anthem of Ukraine. (with accordion and ukulele) https://www.youtube.com/watch?v=mzR__91BUlE   Mar 2 2022 

UKRAINS ANTHEM - door het mannenkoor "Ailanthus" uit Wezep MET NEDERLANDSE ONDERTITELS 28 mrt 2022
https://www.youtube.com/watch?v=1RDiauY7LpI 

.

TEKST IS:


NOG IS OEKRAINES GLORIE NIET VERGAAN,

NOCH ZIJN VRIJHEID,


NOG ZAL HET LOT ONS, JONGE BROEDERS, TOELACHEN.
VERDWIJNEN ZULLEN ONZE VIJANDEN ALS DAUW IN DE ZON,

 

EN OOK WIJ, BROEDERS,

ZULLEN HEERSEN IN ONS EIGEN LAND.


REFREIN (2X):


ONZE ZIEL EN ONS LICHAAM

ZULLEN WIJ GEVEN VOOR DE VRIJHEID.


EN WIJ ZULLEN TONEN DAT WIJ, BROEDERS,

VAN HET GESLACHT DER KOZAKKEN ZIJN

 

UKRAINS ANTHEM - by the male choir "Ailanthus" from Wezep

WITH DUTCH SUBTITLES
https://www.youtube.com/watch?v=1RDiauY7LpI .

 

TEXT IS:


UKRAINE'S GLORY HAS NOT ENDED YET,

NOR HIS FREEDOM,


FATE WILL STILL GLAD TO US YOUNG BROTHERS.
OUR ENEMIES WILL DISAPPEAR LIKE DEW IN THE SUN,

 

AND WE ALSO, BROTHERS,

WILL RULE IN OUR OWN LAND.


CHORUS (2X):


OUR SOUL AND BODY

WE WILL GIVE FOR FREEDOM.


AND WE SHALL SHOW THAT WE, BROTHERS,

BEING OF THE GENDER OF COSSAKS

KOZAKKEN

COSSAKS 

Oekraïens volkslied Flashmob in Finland voor Oekraïne in Rewell Center (4 april 2022)
https://www.youtube.com/watch?v=Ge6o2K02kis 
Ik sta ook achter het Russische volk...
Ik hoop dat ook zij op een dag vrij zullen zijn zoals wij allemaal..
jullie zijn lieve mensen ... // Uit Finland

Ukrainian National Anthem Flashmob in Finland for Ukraine in Rewell Center (4 april 2022)
https://www.youtube.com/watch?v=Ge6o2K02kis 
I also support the Russian people...
I hope that one day they too will be free like all of us.
you are lovely people ... // From Finland

Volkslied van Oekraïne
https://www.youtube.com/watch?v=1SJI4BYaNmg 
Volkslied van Oekraïne - Artiest - Alexander Ponomarev
Licentie voor YouTube voor The Orchard Music (genaamd BEST MUSIC)

National Anthem of Ukraine
https://www.youtube.com/watch?v=1SJI4BYaNmg 
National Anthem of Ukraine - Artist - Alexander Ponomarev
YouTube license for The Orchard Music (named BEST MUSIC)

FILMPJE MET TEKENEN EN ZINGEN 15 apr. 2022
https://www.youtube.com/watch?v=InFCuabKztI 
Darja (11 jaar) tekent en zingt zonder Oekraïense vluchteling en Litouwers ter ondersteuning van Oekraïne

VIDEO WITH DRAWING AND SINGING 15 Apr. 2022
https://www.youtube.com/watch?v=InFCuabKztI 
Darya (11 years old) draws and sings without Ukrainian refugee and Lithuanians in support of Ukraine

In het volkslied  van Oekraïne komt het woord Kozak voor en ik wist niet goed van wat een Kozak eigenlijk precies is. Hier vind met echter een zeer uitgebreide uitleg over op wiki pedia. Om dit een beetje orderlijk weer te geven plaatste ik het hier op deze plaats.

In the national anthem   of Ukraine the word Cossack occurs and I was not quite sure what a Cossack actually is. However, you will find a very detailed explanation about this on wiki pedia. To make this a bit orderly I put it here in this place.

KOZAK 

Het woord 'Kozak' komt van het Turkse woord quzzaq wat "avonturier" of "vrij man" betekent.. De term werd het eerst gebruikt in een Russisch document uit 1395. "Kozakken" (kozacy) was ook de naam voor een soort lichte infanterie in Polen-Litouwen.
Deze benaming is echter niet verbonden met enige etniciteit.
Kozakken moeten niet verward worden met Kazachen.

 

Geschiedenis

De Zaporozje-Kozakken schrijven de Turkse sultan een brief.
Een schilderij van Ilja Repin (1880-1891)
De Kozakken hebben van oorsprong een etnisch gemengde samenstelling,
hoewel de Slavische component wel dominant is.
Ze zijn vooral bekend geworden als ruiters in het Russische leger.
Kozakken bestonden vaak uit lijfeigenen, verarmde edelen, horigen en andere verschoppelingen van de maatschappij
die niets meer te verliezen hadden.
Ze verlieten het Russische kerngebied en vestigden zich aan de randen van het Russische Rijk,
zoals aan de grens met Polen-Litouwen,
maar voornamelijk in gebieden die nu deel uitmaken van zuidelijk Rusland en Oekraïne.

Ze vormden hier hun eigen gemeenschappen rondom hun dorpsgemeenschappen,
de stanitsa's. De 'gevestigde' Kozakken met een eigen boerenbedrijf leefden hoofdzakelijk van landbouw en veeteelt.
Tijdens militaire expedities deinsden ze niet terug voor roof.
Paarden vormden een essentieel onderdeel van de kozakkencultuur en hun levensstijl. Het was een echte mannenwereld: in sommige Kozakkenbolwerken werden vrouwen zelfs niet toegelaten.

Tsaardom Rusland

Er ontstond een zekere stilzwijgende overeenkomst tussen de tsaar en de Kozakken. Die kwam erop neer dat wie eenmaal de Kozakken had bereikt en zich bij hen had aangesloten, niet meer door schuldeisers of edelen kon worden teruggehaald of uitgeleverd
("Van de Don wordt niemand uitgeleverd".). De tsaar liet de roof tijdens militaire operaties toe, zolang dit maar gebeurde in de niet-Russische gebieden (bedoeld werden de islamitische gebieden in het zuiden en zuidoosten). De tsaar zou zich bovendien niet met interne zaken van de Kozakken bemoeien ("Wij zijn slechts gehoorzaamheid verschuldigd aan de tsaar"). Hiertegenover stond dat de autoriteit van de tsaar erkend werd en dat deze in moeilijke tijden een beroep kon doen op de formidabele militaire macht van de Kozakken.


Koeban-Kozakken, eind 19e eeuw.
Het uniform en de uitrusting van de Koeban-Kozakken verschilden aanzienlijk van die van de overige Kozakken. De verhouding van de Kozakken tot de tsaar was een haat-liefdeverhouding. Diverse Kozakkenopstanden braken uit en dreven de Russische legers in het nauw.

Opstanden
De bekendste opstanden zijn die van Bohdan Chmelnytsky (Chmelnytsky-opstand, 1648), Stenka Razin (1667-1671), die van Mazepa tijdens de grote Noordse oorlog en de opstand onder leiding van Poegatsjov onder Catharina de Grote. Lijfeigenen vluchtten massaal naar het grensgebied van de kozakken, toen ze uitgebuit werden door de edelen en hun (vaak joodse) rentmeesters van het Pools-Litouwse Gemenebest. Die uitbuiting verspreidde zich in de 16e eeuw snel door de toegenomen welvaart door de export van graan.
Daarbij kwam dat zij hun oosters-orthodoxe geloof trouw bleven,
terwijl hun Kerk werd vervolgd door de Rooms-Katholieke kerk.
Deze druk was toegenomen na de Unie van Brest in 1596 en de oprichting van de Oekraïens-Katholieke of Geünieerde kerk.

 

Kozakken wierpen zich op als bewakers van het orthodoxe geloof, toen de adel merendeels overging tot het katholicisme, omdat dat hen een hogere status gaf binnen het Gemenebest. Vooral de afbraak van de religieuze tolerantie, die eerder het kenmerk was van Polen-Litouwen, leidde tot de groei van het protest en de vereniging van alle elementen, die het orthodoxe geloof trouw bleven.

Wanneer in de buurlanden Kozakken in opstand kwamen tegen het gezag, kregen deze vaak de steun van de tsaar, zoals de protectie van tsaar Alexej tegen Polen in de Unie van Pereslavl (1648), waar een verdrag, of beter protectoraat-overeenkomst, gesloten werd tussen de Oekraïense Kozakkenleiders onder leiding van Bogdan Chmelnitski en de Moskovische staat. Deze zou leiden tot een Pools-Russische oorlog die tot 1667 zou duren, om in dat jaar te resulteren in de vrede van Androesovo. In de aanloop tot deze strijd kreeg de tsaar te maken met grootschalige binnenlandse problemen; met dezelfde Stenka Razin.[1]

 

Napoleontische oorlog
Tijdens de Franse invasie van Rusland in juni 1812 speelden de bereden Kozakken, door hun krijgsvaardigheid en bekendheid met het terrein, een belangrijke rol in het verminderen van de slagkracht van de Grande Armée bij hun aftocht uit Moskou. De invasie bracht de Kozakken en het keizerlijke regime dichter bij elkaar dan ooit. Door de strijd tegen de gezamenlijke vijand werd de bitterheid die de gewone Kozak was gaan voelen ten opzichte van de eigen elite en de staat verzacht. Kozakken hadden in Europa al eerder deelgenomen aan campagnes tegen Napoleon, maar nu was de strijd op eigen gebied.
De Don-Kozakken waren het meest betrokken bij de oorlog, door het grootste aantal deelnemers en de route van de invasie. Ook andere Kozakkenlegers droegen in belangrijke mate bij, maar de Don-Kozakken mobiliseerden hun hele bevolking. Na de invasie werd er gelijk een militia georganiseerd in alle 16 provincies van Europees Rusland. De Don-Kozakken werden niet opgeroepen, omdat er al zoveel van in dienst waren. Toch mobiliseerde ataman Denisov alle mannen tussen 17 en 55 jaar en in september 1812 waren er 22 regimenten gevormd. Er was geen geld van de regering beschikbaar en alle soldaten betaalden hun eigen uitrusting. Er werden vier andere Kozakkenregimenten aan toegevoegd en begin oktober kwamen ze aan op het hoofdkwartier van generaal Koetoezov.. De ruiters bleven op afstand het verzwakte leger volgen als hyena's die een gewond dier beloeren, doemden plots op uit het niets en schakelden via kortdurende aanvallen delen van het leger uit, om dan weer uit het gezichtsveld te verdwijnen. Daarbij spaarde men de aanvoer- en communicatielijnen niet. De Kozak beroofde en doodde niet alleen meedogenloos de gewonde of achtergebleven soldaten, maar zorgde voor angst en ontreddering. Deze voortdurende bedreiging kwam neer op psychologische oorlogsvoering. De reguliere Kozakken, eerder verbonden met irreguliere troepen uit de Don en de Koeban, rukten met de geallieerden, via Oost-, Centraal- en West-Europa tot in Parijs op. Onderweg speelden ze een hoofdrol in de Volkerenslag bij Leipzig
en in de bevrijding van de door de Fransen bezette delen van Duitsland en Nederland.


Een typische Kozakken-exercitie te paard
In Parijs riepen de Kozakken niet bij iedereen sympathie op,
zeker niet onder de verslagen Franse militairen. François Dumonceau van de Lansiers van Berg omschreef ze als volgt: "Met kleren en hoofddeksels van allerlei snit, geen spoor van een uniform, sjofel en smerig, met hun armetierige, broodmagere paardjes met ongekamde haren, de nek uitgestoken en het hoofd naar de grond gericht, alleen een simpele trens als tuig, en gewapend met een ruwe lange paal met in de punt een soort spijker, ogenschijnlijk ordeloos door elkaar krioelend, deden deze Kozakken me denken aan wriemelend ongedierte." De piek van de Kozak, waarmee het slachtoffer werd gespietst, had een dunne, ronde punt, waarmee hij alleen kon steken en geen pees of spier kon doorsnijden, zodat een verwonding niet ernstig was zolang er geen vitaal orgaan werd geraakt.
De Kozakkenaanvoerder tegen Napoleon was de legendarische ataman Matvej Platov, die door de tsaar voor zijn militaire verdiensten in de adelstand verheven werd. De Kozakken hadden door hun rol in de overwinning op Napoleon een enorme reputatie opgebouwd
en werden overal voor feesten uitgenodigd. Ze vergezelden tsaar Alexander I naar Engeland in 1814 waar ze met name erg populair waren bij de Londense bevolking. De Kozakken waren compleet gerehabiliteerd in de ogen van de keizerlijke elite van Rusland
en er was een nieuwe, mythische verhouding ontstaan tussen de keizerlijke dynastie en de Kozakken. De Kozakken en de tsaar hadden nooit zo dicht bij elkaar gestaan en deze relatie bleef zich ontwikkelen onder Alexanders opvolgers. In 1827 verzon tsaar Nicolaas I de titel 'ataman van alle Kozakkenlegers' voor zijn zoon en opvolger Alexander. Daarna bleef dat een titel voor elke tsarevitsj. Er werd een mythologie ontwikkeld als zou er vanouds een unieke band hebben bestaan tussen de tsaar en de Kozakken.

Eerste Wereldoorlog
In de Eerste Wereldoorlog werd 12,5 % van de volwassen,
mannelijke Kozakken bevolking gemobiliseerd ten opzichte van 4,2 % van de niet-Kozakkenbevolking. Ze leverden een buitenproportioneel aantal manschappen. Ze maakten in 1913 2,4 % van de bevolking
in het keizerrijk uit en leverden ongeveer 368.000 man. De Don en Koeban leverden daarvan elk 100.000 man.

Russische Burgeroorlog
In de Russische Burgeroorlog (1917-1922) steunde de overgrote meerderheid van de Kozakken de Witten,die deelnam aan militaire operaties tegen het Rode Leger, de strijdmachten van het bolsjewistische bewind. De Don- en Oessoeri-Kozakken weigerden de machtsovername van de bolsjewieken te erkennen. Met propaganda probeerden de bolsjewieken de Kozakken onderling te verdelen:
hun leiders werden weggezet als instrumenten van het 'internationale kapitaal'. Door het Verdrag van Brest-Litovsk in maart 1918 kwamen Oekraïne, de Baltische staten, en grote delen van het Don-gebied onder Duitse bezetting. Al hadden de Duitsers er alles aan gedaan om de bolsjewieken in 1917 in het zadel te helpen, waren ze erop gebrand de bolsjewieken uit al de door hen beheerste gebieden te werken. De Don-Kozakken wisten een leger van 40.000 man in het veld te brengen, onder ataman generaal Krasnov. In de zomer en herfst van 1918 werd er zwaar gevochten in de gebieden van de Kozakken. Door uitputting en demoralisatie vroegen groepen Kozakken om een wapenstilstand in ruil voor beloften de manier van leven van de Kozakken te respecteren en hen goed te behandelen.
Toen die groepen zich van het front op de Don terugtrokken moest het overige Kozakkenleger zich zuidwaarts terugtrekken. Het Rode Leger trok op naar de hoofdstad van de Don-Kozakken, Novotsjerkassk
en kon de thuislanden van de Kozakken innemen.

Genocide
Nauwelijks een jaar aan de macht besloten de bolsjewieken dat met de Kozakken moest worden afgerekend als een onderscheiden groep door hun cultuur en levenswijze te vernietigen of door hen fysiek uit te roeien. Wat volgde was een genocide op de Kozakken. Op 24 januari 1919 bracht het Orgburo een geheim rondschrijven uit aan alle militaire en Tsjeka-organisaties in de ingenomen gebieden van de Kozakken. Daarin stond dat het uitroeien van de bovenlagen van de Kozakken tot de laatste man het enige juiste beleid was om het probleem met de Kozakken op te lossen. Er diende 'massaterreur'
te worden toegepast op de welvarende Kozakken tot de laatste man en op alle Kozakken, die indirect of direct met de strijd tegen de Sovjetmacht waren betrokken. Ook moest al het graan worden geconfisqueerd en 'nieuwe armen' in de gebieden worden gevestigd.
Er werden 'revolutionaire tribunalen' opgericht om Kozakken te selecteren en uit te roeien. Al in een paar weken werden er 8000 Kozakken in het boven-Don-gebied geëxecuteerd. In de Oeral werden er ook duizenden neergeschoten. Door het inpikken van graan zouden overlevenden de hongerdood kunnen sterven en compleet afhankelijk worden van de staat. Het binnen brengen van duizenden armen die geen Kozak waren zou de economische basis van de levenswijze
van de Kozakken verwoesten en een hen vijandige bevolking scheppen, zodat de Kozakken permanent zouden zijn onderworpen.
Daarbij begon de staat te experimenteren met de deportatie van Kozakken. Eind 1920, onder Lenin, werden duizenden Terek-Kozakken gedeporteerd.

 

Mars op Moskou
De Kozakken waren teruggedrongen na vijf jaar strijd, maar echter nog niet verslagen. In 1919 leidde een opstand van begin maart in Vesjenskaja Stanitsa tot de 'Mars op Moskou' in de zomer van dat jaar. Krasnov onderwierp zijn Don-Kozakkenleger aan het anti-bolsjewiekenleger van Denikin. Kozakken maakten de overgrote meerderheid van dit gezamenlijke leger uit. Aanvallen van de generaals Mamontov van de Don-Kozakken en Sjkoero van de Koeban-Kozakken werden legenden van de burgeroorlog. Militairen van het Rode leger die in Kozakkenhanden vielen, hoefden niet op een coulante behandeling te rekenen. Rode officieren werden met lasso's over de grond gesleept door ruiters, net zo lang tot ze dood waren.

In oktober begon het tegenoffensief van de bolsjewieken en de Witten werden teruggedrongen. De vojskas (legers) van de Kozakken vielen begin 1920 ineen. De steun aan de Witten werd hun door de Sovjets niet in dank afgenomen en er volgden grootschalige vergeldingsacties,
waarbij de Kozakken ontmanteld werden en de Kozakkencultuur onderdrukt werd. Het aantal Kozakken daalde van een geschat aantal van 11 miljoen tot 140.000 (census 2002).

Diaspora
Tienduizenden Kozakken van de Oeral, Orenburg en Verre Oosten trokken naar de grens met China, terwijl die van de Don, Koeban en Terek naar Europa emigreerden. Vandaar werd soms verder naar Brazilië, de Verenigde Staten en Australië geëmigreerd. Het merendeel van de bannelingen, ongeveer 50.000 Kozakken,
vertrok november 1920 van de Krim, 28.000 van de Don en 18.000 van de Koeban. Ze stonden tot maart 1921 onder Franse bescherming in Turkse kampen en op eilanden in de Egeïsche Zee (met name Lemnos). In 1922 werd het hen toegestaan naar Bulgarije, Joegoslavië en Tsjechoslowakije uit te wijken. De meeste Don-Kozakken gingen naar Bulgarije en die van de Koeban trokken naar Servië. Belgrado en Praag werden belangrijke centra van de Kozakken-diaspora.

Collectivisatie en dekoelakisatie
In 1922 beleefden de gebieden van de Kozakken van de Noord-Kaukasus, de Oeral en Siberië een van de grootste hongersnoden van de Europese geschiedenis. Door voedselschaarste stierven honderdduizenden dieren. In Stavropol werd gemeld dat 500.000 mensen, waaronder kinderen, onder de boerenbevolking aan het sterven waren en in de 1e Don-okroeg 475.900, waarvan 75.000 kinderen. Er kwam kannibalisme voor en epidemische ziekten verspreidden zich. In de Kozakken-stanitsa's van de Oeral was er een stervenspercentage van 30-40 % van de bevolking. Tussen 1922 en 1925 werd er een amnestie afgekondigd en mochten 'emigrés' terugkeren, waarna 30.000 Kozakken terugkwamen. Kozakken konden zelfs weer deelnemen aan het Rode Leger. In de Noord-Kaukasus werd voor het eerst een 'complete Collectivisatie' uitgevoerd. Kozakken moesten onder intimidatie 'vrijwillig' hun land en levende have afstaan en deelnemen aan het collectieve boerenbedrijf (kolchoz). De Koeban-Kozakken werd verstaan gegeven dat ze anders naar Solovki gingen, een van de meest beruchte kampen van de Goelag. Stalin wachtte de tegenstand niet af en gaf 7 november 1929 het bevel tot de 'liquidatie van de koelakken' (rijke boeren). Wat volgde was de 'dekoelakisatie' van de boerenbevolking, die in golven tot in 1933 werd uitgevoerd. Elk gebied kreeg een minimum-quotum aan koelakken, die gearresteerd moesten worden en met hun families gedeporteerd. Twintigduizend huishoudens moesten als eersten uit de Noord-Kaukasus, het hart van de voormalige Kozakkengebieden, worden gedeporteerd. Er was een uitgebreide definitie van wat onder een koelak werd verstaan en er was nauwelijks een Kozak die niet onder de een of andere categorie viel.In de periode 1932/3 werden er alleen al uit de Koeban meer dan 100.000 mensen gedeporteerd,
waaronder een groot aandeel Kozakken. In 1932 was er een nieuwe hongersnood. In 1933 verbood Stalin hongerende mensen hun heil elders te zoeken. Ook mocht er geen hulp van buitenaf komen. Tussen juni 1932 en december 1933 stierven er tenminste 350.000 mensen of 4 % van de bevolking van Noord-Kaukasus van honger
of aan honger gerelateerde ziekten. Maar toen er een internationale oorlog dreigde werden de 'oude Kozakkentradities' weer van stal gehaald en werden er vanaf februari 1936 weer Kozakkendivisies voor het leger opgericht. Tijdens de 'Grote Terreur' van 1937 werden met name Kozakkenofficieren in het Rode Leger en emigrés hard geraakt.
Op basis van een verordening van juli 1937 tegen met name de Kozakken-Witten-opstandelingen werden er meer dan 500.000 opgepakt, waarvan er 1 januari 1938 239.252 waren neergeschoten.

 

Tweede Wereldoorlog
Na de invasie werden er Kozakken-cavaleriedivisies opgericht uit Noord-Kaukasus, Oeral en Orenburg. Die waren verbazingwekkend effectief aan het Oostfront. De Kozakkengarde nam deel aan alle grote veldslagen, waaronder in Moskou, Stalingrad en Berlijn.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog vochten veel geëmigreerde Kozakken in eigen eenheden aan Duitse zijde om wraak te nemen op het regime en eigen gebied weer, onder Duits protectoraat, in handen te krijgen. De anti-Sovjet-Kozakken trokken zich uiteindelijk terug met de Duitsers, verbleven in Noord-Italië en gaven zich in 1945 in Lienz aan de Britten over. Stalin eiste van de Britten dat alle Sovjetburgers werden overhandigd, waaronder ook duizenden Kozakken die waren vertrokken aan het eind van de burgeroorlog. De Britten waren zich ervan bewust wat hun lot in de goelags zou zijn, maar gingen toch akkoord met Stalin. Helden van de burgeroorlog zoals Don-ataman Pjotr Krasnov en de Koeban-cavalerieleider generaal Sjkoero werden naar Moskou gebracht, berecht en geëxecuteerd.

Huidige situatie
Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie begon de Kozakkencultuur aan een wederopstanding in Rusland en Oekraïne. Kozakken vestigden zich in gebieden en landen in de Kaukasus, Siberië en de Baltische staten, om daar de etnische Russen te beschermen tegen vervolging door andere etnische groepen en om de orde te handhaven, die vooral in het begin van de jaren negentig in sommige gebieden (waaronder voormalige Sovjetrepublieken) soms te wensen overliet. De Kozakken zijn ook actief in de beveiliging van de zakenwereld. Zo beschermen ze in Sint-Petersburg met hun bedrijf Nevoskif een groot deel van de bedrijven in de stad. Zelfs de Russische maffia van de stad (de Tambov) vreest hen.

Gemeenschappen
Kozakken worden vaak genoemd naar de regio of rivier waar ze 'van oorsprong' vandaan komen. Hier bevonden (en soms bevinden) zich hun gemeenschappen. De legereenheden van Kozakken werden Kozakken-legioens genoemd en waren vaak gelijk aan de naam van de gemeenschap. Door de geschiedenis heen bestonden de volgende gemeenschappen in de grensgebieden van het Russische Rijk (tussen haakjes de rivier of regio waarnaar ze vernoemd zijn): Don-Kozakken (de rivier de Don) - grootste legioen Koeban-Kozakken (de rivier de Koeban) - ontstaan uit Zaporozje-Kozakken (uit Zaporozje, eerst Zwarte Zee-Kozakken genoemd, later verplaatst naar Koeban waardoor huidige naam ontstond) Terek-Kozakken (de rivier de Terek)
Astrachan-Kozakken (stad Astrachan) - ontstaan uit overblijfselen van de Wolga-Kozakken rond 1750 Oeral-Kozakken (de rivier de Oeral)
Orenburg-Kozakken (Orenburg) Semiretsje-Kozakken (Zevenstromenland - nu zuidoostelijk Kazachstan en noordoostelijk Kirgizië)
- ontstaan uit Siberische Kozakken in 1867, rond Verny
Siberische Kozakken (Siberië) Baikal-Kozakken (uit het Trans-Bajkallegioen; ten oosten (trans=over) van het Baikalmeer)
- hieruit ontstonden de Amoer-Kozakken en Oessoeri-Kozakken
Amoer-Kozakken (de rivier de Amoer). Een deel van deze Kozakken werd rond 1683 gevangengenomen door Mantsjoes of deserteerde en vestigde zich in Peking. Zij kregen de naam Albaziners.
Oessoeri-Kozakken (de rivier de Oessoeri) [2] Jenisej-Kozakken (uit Krasnojarsk en Irkoetsk aan de Jenisej)

Etymologie
Het woord 'Kozak' komt van het Turkse woord quzzaq wat "avonturier" of "vrij man" betekent. De term werd het eerst gebruikt in een Russisch document uit 1395. Kozakken" (kozacy) was ook de naam voor een soort lichte infanterie in Polen-Litouwen. Deze benaming is echter niet verbonden met enige etniciteit. Kozakken moeten niet verward worden met Kazachen.

Geschiedenis

De Zaporozje-Kozakken schrijven de Turkse sultan een brief. Een schilderij van Ilja Repin (1880-1891) De Kozakken hebben van oorsprong een etnisch gemengde samenstelling, hoewel de Slavische component wel dominant is. Ze zijn vooral bekend geworden als ruiters in het Russische leger. Kozakken bestonden vaak uit lijfeigenen, verarmde edelen, horigen en andere verschoppelingen van de maatschappij die niets meer te verliezen hadden. Ze verlieten het Russische kerngebied en vestigden zich aan de randen van het Russische Rijk, zoals aan de grens met Polen-Litouwen, maar voornamelijk in gebieden die nu deel uitmaken van zuidelijk Rusland en Oekraïne. Ze vormden hier hun eigen gemeenschappen rondom hun dorpsgemeenschappen, de stanitsa's. De 'gevestigde' Kozakken met een eigen boerenbedrijf leefden hoofdzakelijk van landbouw en veeteelt. Tijdens militaire expedities deinsden ze niet terug voor roof.
Paarden vormden een essentieel onderdeel van de kozakkencultuur en hun levensstijl. Het was een echte mannenwereld: in sommige Kozakkenbolwerken werden vrouwen zelfs niet toegelaten.

Tsaardom Rusland
Er ontstond een zekere stilzwijgende overeenkomst tussen de tsaar en de Kozakken. Die kwam erop neer dat wie eenmaal de Kozakken had bereikt en zich bij hen had aangesloten, niet meer door schuldeisers of edelen kon worden teruggehaald of uitgeleverd
("Van de Don wordt niemand uitgeleverd".). De tsaar liet de roof tijdens militaire operaties toe, zolang dit maar gebeurde in de niet-Russische gebieden (bedoeld werden de islamitische gebieden in het zuiden en zuidoosten). De tsaar zou zich bovendien niet met interne zaken van de Kozakken bemoeien ("Wij zijn slechts gehoorzaamheid verschuldigd aan de tsaar"). Hiertegenover stond dat de autoriteit van de tsaar erkend werd en dat deze in moeilijke tijden een beroep kon doen op de formidabele militaire macht van de Kozakken.


Koeban-Kozakken, eind 19e eeuw.
Het uniform en de uitrusting van de Koeban-Kozakken verschilden aanzienlijk van die van de overige Kozakken. De verhouding van de Kozakken tot de tsaar was een haat-liefdeverhouding. Diverse Kozakkenopstanden braken uit en dreven de Russische legers in het nauw.

Opstanden
De bekendste opstanden zijn die van Bohdan Chmelnytsky (Chmelnytsky-opstand, 1648), Stenka Razin (1667-1671), die van Mazepa tijdens de grote Noordse oorlog en de opstand onder leiding van Poegatsjov onder Catharina de Grote. Lijfeigenen vluchtten massaal naar het grensgebied van de kozakken, toen ze uitgebuit werden door de edelen en hun (vaak joodse) rentmeesters van het Pools-Litouwse Gemenebest. Die uitbuiting verspreidde zich in de 16e eeuw snel door de toegenomen welvaart door de export van graan.
Daarbij kwam dat zij hun oosters-orthodoxe geloof trouw bleven,
terwijl hun Kerk werd vervolgd door de Rooms-Katholieke kerk.
Deze druk was toegenomen na de Unie van Brest in 1596 en de oprichting van de Oekraïens-Katholieke of Geünieerde kerk.
Kozakken wierpen zich op als bewakers van het orthodoxe geloof, toen de adel merendeels overging tot het katholicisme, omdat dat hen een hogere status gaf binnen het Gemenebest. Vooral de afbraak van de religieuze tolerantie, die eerder het kenmerk was van Polen-Litouwen, leidde tot de groei van het protest en de vereniging van alle elementen, die het orthodoxe geloof trouw bleven. Wanneer in de buurlanden Kozakken in opstand kwamen tegen het gezag, kregen deze vaak de steun van de tsaar, zoals de protectie van tsaar Alexej tegen Polen in de Unie van Pereslavl (1648), waar een verdrag, of beter protectoraatovereenkomst, gesloten werd tussen de Oekraïense Kozakkenleiders onder leiding van Bogdan Chmelnitski en de Moskovische staat. Deze zou leiden tot een Pools-Russische oorlog die tot 1667 zou duren, om in dat jaar te resulteren in de vrede van Androesovo. In de aanloop tot deze strijd kreeg de tsaar te maken met grootschalige binnenlandse problemen; met dezelfde Stenka Razin.[1]

Napoleontische oorlog
Tijdens de Franse invasie van Rusland in juni 1812 speelden de bereden Kozakken, door hun krijgsvaardigheid en bekendheid met het terrein, een belangrijke rol in het verminderen van de slagkracht van de Grande Armée bij hun aftocht uit Moskou. De invasie bracht de Kozakken en het keizerlijke regime dichter bij elkaar dan ooit.
Door de strijd tegen de gezamenlijke vijand werd de bitterheid die de gewone Kozak was gaan voelen ten opzichte van de eigen elite en de staat verzacht. Kozakken hadden in Europa al eerder deelgenomen aan campagnes tegen Napoleon, maar nu was de strijd op eigen gebied. De Don-Kozakken waren het meest betrokken bij de oorlog,
door het grootste aantal deelnemers en de route van de invasie.
Ook andere Kozakkenlegers droegen in belangrijke mate bij,
maar de Don-Kozakken mobiliseerden hun hele bevolking.

Na de invasie werd er gelijk een militia georganiseerd in alle 16 provincies van Europees Rusland. De Don-Kozakken werden niet opgeroepen, omdat er al zoveel van in dienst waren. Toch mobiliseerde ataman Denisov alle mannen tussen 17 en 55 jaar en in september 1812 waren er 22 regimenten gevormd. Er was geen geld van de regering beschikbaar en alle soldaten betaalden hun eigen uitrusting. Er werden vier andere Kozakkenregimenten aan toegevoegd en begin oktober kwamen ze aan op het hoofdkwartier van generaal Koetoezov. De ruiters bleven op afstand het verzwakte leger volgen als hyena's die een gewond dier beloeren, doemden plots op uit het niets en schakelden via kortdurende aanvallen delen van het leger uit, om dan weer uit het gezichtsveld te verdwijnen. Daarbij spaarde men de aanvoer- en communicatielijnen niet. De Kozak beroofde en doodde niet alleen meedogenloos de gewonde of achtergebleven soldaten, maar zorgde voor angst en ontreddering. Deze voortdurende bedreiging kwam neer op psychologische oorlogsvoering. De reguliere Kozakken, eerder verbonden met irreguliere troepen uit de Don en de Koeban, rukten met de geallieerden, via Oost-, Centraal- en West-Europa tot in Parijs op. Onderweg speelden ze een hoofdrol in de Volkerenslag bij Leipzig en in de bevrijding van de door de Fransen bezette delen van Duitsland en Nederland.


Een typische Kozakken-exercitie te paard
In Parijs riepen de Kozakken niet bij iedereen sympathie op,
zeker niet onder de verslagen Franse militairen. François Dumonceau van de Lansiers van Berg omschreef ze als volgt: "Met kleren en hoofddeksels van allerlei snit, geen spoor van een uniform, sjofel en smerig, met hun armetierige, broodmagere paardjes met ongekamde haren, de nek uitgestoken en het hoofd naar de grond gericht,
alleen een simpele trens als tuig, en gewapend met een ruwe lange paal met in de punt een soort spijker, ogenschijnlijk ordeloos door elkaar krioelend, deden deze Kozakken me denken aan wriemelend ongedierte." De piek van de Kozak, waarmee het slachtoffer werd gespietst, had een dunne, ronde punt, waarmee hij alleen kon steken en geen pees of spier kon doorsnijden, zodat een verwonding niet ernstig was zolang er geen vitaal orgaan werd geraakt. De Kozakkenaanvoerder tegen Napoleon was de legendarische ataman Matvej Platov, die door de tsaar voor zijn militaire verdiensten in de adelstand verheven werd. De Kozakken hadden door hun rol in de overwinning op Napoleon een enorme reputatie opgebouwden werden overal voor feesten uitgenodigd. Ze vergezelden tsaar Alexander I naar Engeland in 1814 waar ze met name erg populair waren bij de Londense bevolking. De Kozakken waren compleet gerehabiliteerd in de ogen van de keizerlijke elite van Rusland en er was een nieuwe, mythische verhouding ontstaan tussen de keizerlijke dynastie en de Kozakken. De Kozakken en de tsaar hadden nooit zo dicht bij elkaar gestaan en deze relatie bleef zich ontwikkelen onder Alexanders opvolgers. In 1827 verzon tsaar Nicolaas I de titel 'ataman van alle Kozakkenlegers' voor zijn zoon en opvolger Alexander. Daarna bleef dat een titel voor elke tsarevitsj. Er werd een mythologie ontwikkeld als zou er vanouds een unieke band hebben bestaan tussen de tsaar en de Kozakken.

Eerste Wereldoorlog
In de Eerste Wereldoorlog werd 12,5 % van de volwassen,
mannelijke Kozakken bevolking gemobiliseerd ten opzichte van 4,2 % van de niet-Kozakkenbevolking. Ze leverden een buitenproportioneel aantal manschappen. Ze maakten in 1913 2,4 % van de bevolking in het keizerrijk uit en leverden ongeveer 368.000 man. De Don en Koeban leverden daarvan elk 100.000 man.

Russische Burgeroorlog
In de Russische Burgeroorlog (1917-1922) steunde de overgrote meerderheid van de Kozakken de Witten,
die deelnam aan militaire operaties tegen het Rode Leger, de strijdmachten van het bolsjewistische bewind. De Don- en Oessoeri-Kozakken weigerden de machtsovername van de bolsjewieken te erkennen. Met propaganda probeerden de bolsjewieken de Kozakken onderling te verdelen: hun leiders werden weggezet als instrumenten van het 'internationale kapitaal'. Door het Verdrag van Brest-Litovsk in maart 1918 kwamen Oekraïne, de Baltische staten, en grote delen van het Don-gebied onder Duitse bezetting. Al hadden de Duitsers er alles aan gedaan om de bolsjewieken in 1917 in het zadel te helpen, waren ze erop gebrand de bolsjewieken uit al de door hen beheerste gebieden te werken. De Don-Kozakken wisten een leger van 40.000 man in het veld te brengen, onder ataman generaal Krasnov.
In de zomer en herfst van 1918 werd er zwaar gevochten in de gebieden van de Kozakken. Door uitputting en demoralisatie vroegen groepen Kozakken om een wapenstilstand in ruil voor beloften de manier van leven van de Kozakken te respecteren en hen goed te behandelen. Toen die groepen zich van het front op de Don terugtrokken moest het overige Kozakkenleger zich zuidwaarts terugtrekken. Het Rode Leger trok op naar de hoofdstad van de Don-Kozakken, Novotsjerkassk en kon de thuislanden van de Kozakken innemen.

Genocide
Nauwelijks een jaar aan de macht besloten de bolsjewieken dat met de Kozakken moest worden afgerekend als een onderscheiden groep door hun cultuur en levenswijze te vernietigen of door hen fysiek uit te roeien. Wat volgde was een genocide op de Kozakken. Op 24 januari 1919 bracht het Orgburo een geheim rondschrijven uit aan alle militaire en Tsjeka-organisaties in de ingenomen gebieden van de Kozakken. Daarin stond dat het uitroeien van de bovenlagen van de Kozakken tot de laatste man het enige juiste beleid was om het probleem met de Kozakken op te lossen. Er diende 'massaterreur'
te worden toegepast op de welvarende Kozakken tot de laatste man en op alle Kozakken, die indirect of direct met de strijd tegen de Sovjetmacht waren betrokken. Ook moest al het graan worden geconfisqueerd en 'nieuwe armen' in de gebieden worden gevestigd.
Er werden 'revolutionaire tribunalen' opgericht om Kozakken te selecteren en uit te roeien. Al in een paar weken werden er 8000 Kozakken in het boven-Don-gebied geëxecuteerd. In de Oeral werden er ook duizenden neergeschoten. Door het inpikken van graan zouden overlevenden de hongerdood kunnen sterven en compleet afhankelijk worden van de staat. Het binnen brengen van duizenden armen die geen Kozak waren zou de economische basis van de levenswijze
van de Kozakken verwoesten en een hen vijandige bevolking scheppen, zodat de Kozakken permanent zouden zijn onderworpen.
Daarbij begon de staat te experimenteren met de deportatie van Kozakken. Eind 1920, onder Lenin, werden duizenden Terek-Kozakken gedeporteerd.

Mars op Moskou
De Kozakken waren teruggedrongen na vijf jaar strijd, maar echter nog niet verslagen. In 1919 leidde een opstand van begin maart in Vesjenskaja Stanitsa tot de 'Mars op Moskou' in de zomer van dat jaar. Krasnov onderwierp zijn Don-Kozakkenleger aan het anti-bolsjewiekenleger van Denikin. Kozakken maakten de overgrote meerderheid van dit gezamenlijke leger uit. Aanvallen van de generaals Mamontov van de Don-Kozakken en Sjkoero van de Koeban-Kozakken werden legenden van de burgeroorlog.
Militairen van het Rode leger die in Kozakkenhanden vielen, hoefden niet op een coulante behandeling te rekenen. Rode officieren werden met lasso's over de grond gesleept door ruiters, net zo lang tot ze dood waren. In oktober begon het tegenoffensief van de bolsjewieken en de Witten werden teruggedrongen. De vojskas (legers) van de Kozakken vielen begin 1920 ineen. De steun aan de Witten werd hun door de Sovjets niet in dank afgenomen en er volgden grootschalige vergeldingsacties, waarbij de Kozakken ontmanteld werden en de Kozakkencultuur onderdrukt werd. Het aantal Kozakken daalde van een geschat aantal van 11 miljoen tot 140.000 (census 2002).

Diaspora
Tienduizenden Kozakken van de Oeral, Orenburg en Verre Oosten trokken naar de grens met China, terwijl die van de Don, Koeban en Terek naar Europa emigreerden. Vandaar werd soms verder naar Brazilië, de Verenigde Staten en Australië geëmigreerd.
Het merendeel van de bannelingen, ongeveer 50.000 Kozakken,
vertrok november 1920 van de Krim, 28.000 van de Don en 18.000 van de Koeban. Ze stonden tot maart 1921 onder Franse bescherming in Turkse kampen en op eilanden in de Egeïsche Zee (met name Lemnos). In 1922 werd het hen toegestaan naar Bulgarije, Joegoslavië en Tsjechoslowakije uit te wijken. De meeste Don-Kozakken gingen naar Bulgarije en die van de Koeban trokken naar Servië. Belgrado en Praag werden belangrijke centra van de Kozakken-diaspora.

Collectivisatie en dekoelakisatie
In 1922 beleefden de gebieden van de Kozakken van de Noord-Kaukasus, de Oeral en Siberië een van de grootste hongersnoden van de Europese geschiedenis. Door voedselschaarste stierven honderdduizenden dieren. In Stavropol werd gemeld dat 500.000 mensen, waaronder kinderen, onder de boerenbevolking aan het sterven waren en in de 1e Don-okroeg 475.900, waarvan 75.000 kinderen. Er kwam kannibalisme voor en epidemische ziekten verspreidden zich. In de Kozakken-stanitsa's van de Oeral was er een stervenspercentage van 30-40 % van de bevolking. Tussen 1922 en 1925 werd er een amnestie afgekondigd en mochten 'emigrés' terugkeren, waarna 30.000 Kozakken terugkwamen. Kozakken konden zelfs weer deelnemen aan het Rode Leger. In de Noord-Kaukasus werd voor het eerst een 'complete Collectivisatie' uitgevoerd. Kozakken moesten onder intimidatie 'vrijwillig'
hun land en levende have afstaan en deelnemen aan het collectieve boerenbedrijf (kolchoz). De Koeban-Kozakken werd verstaan gegeven dat ze anders naar Solovki gingen, een van de meest beruchte kampen van de Goelag. Stalin wachtte de tegenstand niet af en gaf 7 november 1929 het bevel tot de 'liquidatie van de koelakken'
(rijke boeren). Wat volgde was de 'dekoelakisatie' van de boerenbevolking, die in golven tot in 1933 werd uitgevoerd. Elk gebied kreeg een minimum-quotum aan koelakken, die gearresteerd moesten worden en met hun families gedeporteerd.
Twintigduizend huishoudens moesten als eersten uit de Noord-Kaukasus, het hart van de voormalige Kozakkengebieden, worden gedeporteerd. Er was een uitgebreide definitie van wat onder een koelak werd verstaan en er was nauwelijks een Kozak die niet onder de een of andere categorie viel. In de periode 1932/3 werden er alleen al uit de Koeban meer dan 100.000 mensen gedeporteerd,
waaronder een groot aandeel Kozakken. In 1932 was er een nieuwe hongersnood. In 1933 verbood Stalin hongerende mensen hun heil elders te zoeken. Ook mocht er geen hulp van buitenaf komen. Tussen juni 1932 en december 1933 stierven er tenminste 350.000 mensen of 4 % van de bevolking van Noord-Kaukasus van honger
of aan honger gerelateerde ziekten. Maar toen er een internationale oorlog dreigde werden de 'oude Kozakkentradities' weer van stal gehaald en werden er vanaf februari 1936 weer Kozakkendivisies voor het leger opgericht. Tijdens de 'Grote Terreur' van 1937 werden met name Kozakkenofficieren in het Rode Leger en emigrés hard geraakt.
Op basis van een verordening van juli 1937 tegen met name de Kozakken-Witten-opstandelingen werden er meer dan 500.000 opgepakt, waarvan er 1 januari 1938 239.252 waren neergeschoten.

 

Tweede Wereldoorlog
Na de invasie werden er Kozakken-cavaleriedivisies opgericht uit Noord-Kaukasus, Oeral en Orenburg. Die waren verbazingwekkend effectief aan het Oostfront. De Kozakkengarde nam deel aan alle grote veldslagen, waaronder in Moskou, Stalingrad en Berlijn.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog vochten veel geëmigreerde Kozakken in eigen eenheden aan Duitse zijde om wraak te nemen op het regime en eigen gebied weer, onder Duits protectoraat, in handen te krijgen. De anti-Sovjet-Kozakken trokken zich uiteindelijk terug met de Duitsers, verbleven in Noord-Italië en gaven zich in 1945 in Lienz aan de Britten over.

Stalin eiste van de Britten dat alle Sovjetburgers werden overhandigd,
waaronder ook duizenden Kozakken die waren vertrokken aan het eind van de burgeroorlog. De Britten waren zich ervan bewust wat hun lot in de goelags zou zijn, maar gingen toch akkoord met Stalin. Helden van de burgeroorlog zoals Don-ataman Pjotr Krasnov
en de Koeban-cavalerieleider generaal Sjkoero werden naar Moskou gebracht, berecht en geëxecuteerd.

Huidige situatie
Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie begon de Kozakkencultuur aan een wederopstanding in Rusland en Oekraïne. Kozakken vestigden zich in gebieden en landen in de Kaukasus, Siberië en de Baltische staten, om daar de etnische Russen te beschermen tegen vervolging door andere etnische groepen en om de orde te handhaven, die vooral in het begin van de jaren negentig in sommige gebieden
(waaronder voormalige Sovjetrepublieken) soms te wensen overliet.
De Kozakken zijn ook actief in de beveiliging van de zakenwereld.

Zo beschermen ze in Sint-Petersburg met hun bedrijf Nevoskif een groot deel van de bedrijven in de stad.
Zelfs de Russische maffia van de stad (de Tambov) vreest hen.

Gemeenschappen
Kozakken worden vaak genoemd naar de regio of rivier waar ze 'van oorsprong' vandaan komen. Hier bevonden (en soms bevinden) zich hun gemeenschappen. De legereenheden van Kozakken werden Kozakken-legioens genoemd en waren vaak gelijk aan de naam van de gemeenschap. Door de geschiedenis heen bestonden de volgende gemeenschappen in de grensgebieden van het Russische Rijk (tussen haakjes de rivier of regio waarnaar ze vernoemd zijn):

Don-Kozakken (de rivier de Don) - grootste legioen
Koeban-Kozakken (de rivier de Koeban) - ontstaan uit Zaporozje-Kozakken (uit Zaporozje, eerst Zwarte Zee-Kozakken genoemd, later verplaatst naar Koeban waardoor huidige naam ontstond)
Terek-Kozakken (de rivier de Terek)
Astrachan-Kozakken (stad Astrachan) - ontstaan uit overblijfselen van de Wolga-Kozakken rond 1750
Oeral-Kozakken (de rivier de Oeral)
Orenburg-Kozakken (Orenburg)
Semiretsje-Kozakken (Zevenstromenland - nu zuidoostelijk Kazachstan en noordoostelijk Kirgizië)
- ontstaan uit Siberische Kozakken in 1867, rond Verny
Siberische Kozakken (Siberië)
Baikal-Kozakken (uit het Trans-Bajkallegioen; ten oosten (trans=over) van het Baikalmeer)
- hieruit ontstonden de Amoer-Kozakken en Oessoeri-Kozakken
Amoer-Kozakken (de rivier de Amoer).
Een deel van deze Kozakken werd rond 1683 gevangengenomen door Mantsjoes of deserteerde en vestigde zich in Peking.
Zij kregen de naam Albaziners.
Oessoeri-Kozakken (de rivier de Oessoeri)[2]
Jenisej-Kozakken (uit Krasnojarsk en Irkoetsk aan de Jenisej)

COSSACK

The word 'Cossack' comes from the Turkish word quzzaq meaning "adventurer" or "free man". The term was first used in a Russian document from 1395. "Cossack" (kozacy) was also the name for a type of light infantry in Poland-Lithuania.
However, this designation is not associated with any ethnicity.
Cossacks should not be confused with Kazakhs.

 

History

The Zaporozhian Cossacks write a letter to the Turkish sultan.
A painting by Ilya Repin (1880-1891)
The Cossacks originally have an ethnically mixed composition,
although the Slavic component is dominant.
They are best known as horsemen in the Russian army.
Cossacks often consisted of serfs, impoverished nobles, serfs and other outcasts of society
who had nothing to lose.
They left the Russian core area and settled on the fringes of the Russian Empire,
such as at the border with Poland-Lithuania,
but mainly in areas now part of southern Russia and Ukraine.

They formed their own communities here around their village communities,
the stanitsas. The 'established' Cossacks with their own farms lived mainly from agriculture and cattle breeding.
During military expeditions, they did not shy away from robbery.
Horses were an essential part of Cossack culture and their lifestyle.
It was a real man's world: in some Cossack strongholds women were not even allowed.

 

Tsardom of Russia

A certain tacit agreement arose between the Tsar and the Cossacks. It came down to the fact that once he had reached the Cossacks and joined them, he could no longer be recalled or extradited by creditors or nobles. ("No one is extradited from the Don".). The Tsar allowed the robbery during military operations, as long as it happened in non-Russian areas (meaning the Islamic areas in the south and southeast). Moreover, the tsar would not interfere in the internal affairs of the Cossacks ("We owe only obedience to the tsar"). On the other hand, the tsar's authority was recognized and that in difficult times he could call on the formidable military might of the Cossacks.

 

 

 

Kuban Cossacks, late 19th century.
The uniform and equipment of the Kuban Cossacks differed considerably from those of the other Cossacks.
The relationship of the Cossacks to the Tsar was a love-hate relationship. Several Cossack uprisings broke out and cornered the Russian armies.

Rebellions
The most famous uprisings are those of Bohdan Chmelnytsky (Chmelnytsky Uprising, 1648), Stenka Razin (1667–1671), that of Mazepa during the Great Northern War and the revolt led by Pugachev under Catherine the Great. Serfs fled en masse to the borderlands of the Cossacks, when they were exploited by the nobles and their (often Jewish) stewards of the Polish-Lithuanian Commonwealth. This exploitation spread quickly in the 16th century due to the increased prosperity through the export of grain. In addition, they remained true to their Eastern Orthodox faith, while their Church was persecuted by the Roman Catholic Church.
This pressure had increased after the Union of Brest in 1596 and the establishment of the Ukrainian Catholic or Union Church.

 

Cossacks set themselves up as guardians of the Orthodox faith, when the nobility largely converted to Catholicism, because that gave them a higher status within the Commonwealth. Especially the breakdown of religious tolerance, which was previously the hallmark of Poland-Lithuania, led to the growth of the protest and the unification of all elements, who remained faithful to the Orthodox faith.

When Cossacks rebelled against the authorities in neighboring countries, they often received the support of the tsar, such as the protection of Tsar Alexei against Poland in the Union of Pereslavl (1648), where a treaty, or rather protectorate agreement, was concluded between the Ukrainian Cossack leaders led by Bogdan Khmelnitsky and the Muscovy state. This would lead to a Polish-Soviet war that would last until 1667, to result in the peace of Andrusovo that year. In the run-up to this battle, the Tsar faced large-scale domestic problems; with the same Stenka Razin.[1]

 

 

Napoleonic War
During the French invasion of Russia in June 1812, the mounted Cossacks, through their military prowess and familiarity with the terrain, played an important role in reducing the fighting power of the Grande Armée as they retreated from Moscow. The invasion brought the Cossacks and the Imperial regime closer than ever. The struggle against the common enemy softened the bitterness that the ordinary Cossack had come to feel towards their own elite and the state. Cossacks had already taken part in campaigns against Napoleon in Europe, but now the battle was on their own territory.
The Don Cossacks were the most involved in the war, due to the largest number of participants and the route of the invasion. Other Cossack armies also contributed significantly, but the Don Cossacks mobilized their entire population. After the invasion, a militia was immediately organized in all 16 provinces of European Russia. The Don Cossacks were not called up, because so many of them were already in service. Nevertheless, ataman Denisov mobilized all men between the ages of 17 and 55, and by September 1812 22 regiments had been formed. There was no government money available and all soldiers paid for their own equipment. Four other Cossack regiments were added and in early October they arrived at General Kutuzov's headquarters. The horsemen continued to follow the weakened army at a distance like hyenas watching a wounded animal, suddenly appearing out of nowhere and switching parts through brief attacks from the army, only to disappear from view again. The supply and communication lines were not spared. The Cossack not only ruthlessly robbed and killed the wounded or left behind soldiers, but caused fear and dismay. This ongoing threat amounted to psychological warfare. The regular Cossacks, previously allied with irregular troops from the Don and Kuban, advanced with the Allies through Eastern, Central and Western Europe to Paris. Along the way they played a leading role in the Battle of the Nations at Leipzig
and in the liberation of the French-occupied parts of Germany and the Netherlands.


A typical Cossack exercise on horseback
In Paris the Cossacks did not evoke sympathy from everyone,
certainly not among the defeated French soldiers. François Dumonceau of the Lancers van Berg described them as follows: "With clothes and headgear of all kinds, not a trace of a uniform, shabby and filthy, with their poor, scrawny horses with unkempt hair, their necks stretched out and their heads to the ground. pointed, only a simple snaffle for harness, and armed with a rough long pole with a kind of nail in the point, apparently swarming in disorder, these Cossacks reminded me of wriggling vermin." The Cossack's spike, with which the victim was impaled, had a thin, rounded point, with which he could only stab and cut no tendon or muscle, so that injury was not serious as long as no vital organ was struck.
The Cossack leader against Napoleon was the legendary ataman Matvej Platov, who was ennobled by the tsar for his military merits. The Cossacks had built up an enormous reputation for their role in the victory over Napoleon
and were invited to parties everywhere. They accompanied Tsar Alexander I to England in 1814 where they were particularly popular with the London population. The Cossacks were completely rehabilitated in the eyes of the Imperial elite of Russia
and a new mythical relationship had developed between the Imperial dynasty and the Cossacks. The Cossacks and the Tsar had never been so close and this relationship continued to develop under Alexander's successors. In 1827 Tsar Nicholas I coined the title 'ataman of all Cossack armies' for his son and successor Alexander. After that, that remained a title for every tsarevich. A mythology was developed that traditionally there was a unique bond between the Tsar and the Cossacks.

 

First World War
In the First World War, 12.5% ​​of the adult, male Cossack population mobilized compared to 4.2% of the non-Cossack population. They supplied a disproportionate number of men. They made up 2.4% of the population in 1913 in the Empire and supplied about 368,000 men. The Don and Kuban each supplied 100,000 men.

 

Russian Civil War
In the Russian Civil War (1917-1922), the vast majority of Cossacks of the Whites, who took part in military operations against the Red Army, supported the armed forces of the Bolshevik regime. The Don and Ussuri Cossacks refused to recognize the Bolshevik seizure of power. With propaganda, the Bolsheviks tried to divide the Cossacks among themselves: their leaders were dismissed as instruments of 'international capital'. The Treaty of Brest-Litovsk in March 1918 brought Ukraine, the Baltic States, and large parts of the Don area under German occupation. Although the Germans had done everything they could to help the Bolsheviks get established in 1917, they were eager to force the Bolsheviks out of all the areas they controlled. The Don Cossacks managed to field an army of 40,000 men, under ataman general Krasnov. In the summer and autumn of 1918 there was heavy fighting in the areas of the Cossacks. Due to exhaustion and demoralization, groups of Cossacks asked for a truce in exchange for promises to respect the Cossack's way of life and treat them well. When those groups withdrew from the front on the Don, the rest of the Cossack army had to retreat south. The Red Army advanced to the capital of the Don Cossacks, Novocherkassk
and was able to take the homelands of the Cossacks.

 

 

Genocide
Barely a year in power, the Bolsheviks decided that the Cossacks should be dealt with as a distinct group by destroying their culture and way of life or by physically exterminating them. What followed was a genocide against the Cossacks. On January 24, 1919, the Orgburo issued a secret circular to all military and Cheka organizations in the occupied territories of the Cossacks. It stated that exterminating the upper classes of the Cossacks to the last man was the only correct policy to solve the problem with the Cossacks. There was 'mass terror'
to be applied to the prosperous Cossacks to the last man and to all Cossacks, indirectly or directly involved in the struggle against the Soviet power. Also, all grain had to be confiscated and 'new poor' established in the areas. Revolutionary tribunals' were set up to select and exterminate Cossacks. Already in a few weeks, 8000 Cossacks were executed in the upper Don area. Thousands were also shot in the Urals. By grabbing grain, survivors could starve to death and become completely dependent on the state. Bringing in thousands of poor who were not Cossacks would be the economic basis of the way of life of the Cossacks and create a population hostile to them, so that the Cossacks would be permanently subjugated.
In doing so, the state began to experiment with the deportation of Cossacks. In the late 1920s, under Lenin, thousands of Terek Cossacks were deported.

 

 

 

March on Moscow
The Cossacks had been pushed back after five years of struggle, but had not yet been defeated. In 1919, an early March uprising in Veshenskaya Stanitsa led to the "March on Moscow" in the summer of that year. Krasnov submitted his Don Cossack army to Denikin's anti-Bolshevik army. Cossacks made up the vast majority of this joint army. Attacks by the generals Mamontov of the Don Cossacks and Shkuro of the Kuban Cossacks became legends of the civil war. Soldiers of the Red Army who fell into Cossack hands could not count on lenient treatment. Red officers were dragged along the ground by horsemen with lassos, until they were dead.

 

In October, the Bolshevik counter-offensive began and the Whites were pushed back. The vojskas (armies) of the Cossacks collapsed in the early 1920s.

The support for the Whites was not appreciated by the Soviets and large-scale reprisals followed,
where the Cossacks were dismantled and the Cossack culture was suppressed. The number of Cossacks dropped from an estimated 11 million to 140,000 (census 2002).

Diaspora
Tens of thousands of Cossacks from the Urals, Orenburg and Far East moved to the border with China, while those from the Don, Kuban and Terek emigrated to Europe. From there they sometimes emigrated further to Brazil, the United States and Australia. Most of the exiles, about 50,000 Cossacks,
departed in November 1920 from the Crimea, 28,000 from the Don and 18,000 from the Kuban. They were under French protection in Turkish camps and on islands in the Aegean Sea (notably Lemnos) until March 1921. In 1922 they were allowed to emigrate to Bulgaria, Yugoslavia and Czechoslovakia. Most Don Cossacks went to Bulgaria and those from the Kuban went to Serbia. Belgrade and Prague became important centers of the Cossack diaspora.

Collectivization and dekulakization
In 1922, the Cossack territories of the North Caucasus, the Urals and Siberia experienced one of the worst famines in European history. Hundreds of thousands of animals died due to food scarcity. In Stavropol it was reported that 500,000 people, including children, were dying among the farming population and in the 1st Don-ok pub 475,900, of which 75,000 were children. Cannibalism occurred and epidemic diseases spread. In the Cossack Stanitsas of the Urals, there was a death rate of 30-40% of the population. Between 1922 and 1925 an amnesty was proclaimed and 'emigrés' were allowed to return, after which 30,000 Cossacks returned. Cossacks were even able to rejoin the Red Army. A 'complete Collectivization' was carried out for the first time in the North Caucasus. Under intimidation, Cossacks had to 'voluntarily' give up their land and livestock and participate in collective farming (kolkhoz). The Kuban Cossacks were told otherwise they would go to Solovki, one of the Gulag's most infamous camps. Stalin did not wait for the opposition and ordered the 'liquidation of the kulaks' (rich peasants) on November 7, 1929. What followed was the 'dekulakization' of the peasantry, which was carried out in waves until 1933. Each area was given a minimum quota of kulaks to be arrested and deported with their families. Twenty thousand households were the first to be deported from the North Caucasus, the heart of the former Cossack territories. There was an extensive definition of what was meant by a kulak and there was hardly a Cossack who did not fall under one category or another. In the period 1932/3 more than 100,000 people were deported from the Kuban alone,
including a large share of Cossacks. In 1932 there was another famine. In 1933, Stalin forbade starving people to seek refuge elsewhere. No outside help was allowed. Between June 1932 and December 1933, at least 350,000 people or 4% of the population of the North Caucasus died of starvation
or hunger-related illnesses. But when an international war threatened, the 'old Cossack traditions' were again taken up and from February 1936 Cossack divisions for the army were set up again. During the 'Great Terror' of 1937, Cossack officers in the Red Army and emigrés were hit particularly hard.
On the basis of an ordinance of July 1937 against the Cossack-Whites insurgents in particular, more than 500,000 were arrested, of which 239,252 had been shot on January 1, 1938

 

 

 

WWII


After the invasion, Cossack cavalry divisions were established from North Caucasus, Urals and Orenburg. They were astonishingly effective on the Eastern Front. The Cossack Guard took part in all major battles, including in Moscow, Stalingrad and Berlin.

During the Second World War, many emigrant Cossacks fought in their own units on the German side to take revenge on the regime and regain control of their own territory under German protectorate. The anti-Soviet Cossacks eventually withdrew with the Germans, staying in northern Italy and surrendering to the British in 1945 in Lienz. Stalin demanded from the British that all Soviet citizens be handed over, including thousands of Cossacks who had left at the end of the civil war. The British were aware of their fate in the Gulags, but agreed with Stalin anyway. Civil war heroes such as Donataman Pyotr Krasnov and the Kuban cavalry leader General Shkuro were brought to Moscow, tried and executed.

Current situation
After the dissolution of the Soviet Union, Cossack culture began a revival in Russia and Ukraine. Cossacks settled in areas and countries in the Caucasus, Siberia and the Baltic States, in order to protect the ethnic Russians there from persecution by other ethnic groups and to maintain order, which especially in the early 1990s in some areas ( including former Soviet republics) sometimes left something to be desired. The Cossacks are also active in the security of the business world. In Saint Petersburg, for example, they protect a large part of the companies in the city with their company Nevoskif. Even the city's Russian mafia (the Tambov) fears them.

 

Communities
Cossacks are often named after the region or river where they 'originally' come from. This is where their communities were (and sometimes are). Cossack army units were called Cossack legions and were often equivalent to the name of the community. Throughout history, the following communities existed in the border regions of the Russian Empire (by the way, the river or region after which they are named): Don Cossacks (the Don River) - largest legion of Kuban Cossacks (the Kuban River) - originated from Zaporozhian Cossacks (from Zaporozhian, first called Black Sea Cossacks, later moved to Kuban giving the current name) Terek Cossacks (the river Terek)
Astrakhan Cossacks (city of Astrakhan) - created from remnants of the Volga Cossacks around 1750 Ural Cossacks (Ural River)
Orenburg Cossacks (Orenburg) Semireche Cossacks (Land of the Seven Rivers - now southeastern Kazakhstan and northeastern Kyrgyzstan)
- originated from Siberian Cossacks in 1867, around Verny
Siberian Cossacks (Siberia) Baikal Cossacks (from the Trans-Baikal Legion; east (trans=over) of Lake Baikal)
- from this arose the Amur Cossacks and Ussuri Cossacks
Amur Cossacks (the Amur River). Some of these Cossacks were imprisoned by Manchus around 1683 or deserted and settled in Beijing. They were given the name Albaziners.
Ussuri Cossacks (the Ussuri River) [2] Yenisei Cossacks (from Krasnoyarsk and Irkutsk on the Yenisei)

 

Etymology
The word "Cossack" comes from the Turkish word quzzaq which means "adventurer" or "free man". The term was first used in a Russian document from 1395. Cossack" (kozacy) was also the name for a type of light infantry in Poland-Lithuania. However, this designation is not associated with any ethnicity. Cossacks should not be confused with Kazakhs.

History

The Zaporozhian Cossacks write a letter to the Turkish sultan. A painting by Ilya Repin (1880-1891) The Cossacks originally had an ethnically mixed composition, although the Slavic component is dominant. They are best known as horsemen in the Russian army. Cossacks often consisted of serfs, impoverished nobles, serfs and other outcasts of society who had nothing left to lose. They left the Russian core area and settled on the fringes of the Russian Empire, such as the Poland-Lithuania border, but mainly in areas that are now part of southern Russia and Ukraine. They formed their own communities here around their village communities, the Stanitsa's. The 'established' Cossacks with their own farms lived mainly from agriculture and cattle breeding. During military expeditions, they did not shy away from robbery.
Horses were an essential part of Cossack culture and their lifestyle. It was a real man's world: in some Cossack strongholds women were not even allowed.

 

Tsardom of Russia
A certain tacit agreement arose between the Tsar and the Cossacks. It came down to the fact that once he had reached the Cossacks and joined them, he could no longer be recalled or extradited by creditors or nobles.
("No one is extradited from the Don".). The Tsar allowed the robbery during military operations, as long as it happened in non-Russian areas (meaning the Islamic areas in the south and southeast). Moreover, the tsar would not interfere in the internal affairs of the Cossacks ("We owe only obedience to the tsar"). On the other hand, the tsar's authority was recognized and that in difficult times he could call on the formidable military might of the Cossacks.


Kuban Cossacks, late 19th century.
The uniform and equipment of the Kuban Cossacks differed considerably from those of the other Cossacks. The relationship of the Cossacks to the Tsar was a love-hate relationship. Several Cossack uprisings broke out and cornered the Russian armies.

 

Rebellions
The most famous uprisings are those of Bohdan Khmelnytsky (Chmelnytsky Uprising, 1648), Stenka Razin (1667-1671), that of Mazepa during the great Nordic War and the uprising led by Pugachev under Catherine the Great. Serfs fled en masse to the Cossack frontier when they were exploited by the nobles and their (often Jewish) stewards of the Polish-Lithuanian Commonwealth. This exploitation spread quickly in the 16th century due to the increased prosperity through the export of grain.
In addition, they remained true to their Eastern Orthodox faith,
while their Church was persecuted by the Roman Catholic Church.
This pressure had increased after the Union of Brest in 1596 and the establishment of the Ukrainian Catholic or Union Church.
Cossacks set themselves up as guardians of the Orthodox faith when the nobility mostly converted to Catholicism, because that gave them a higher status within the Commonwealth. In particular, the breakdown of religious tolerance, which had previously been the hallmark of Poland-Lithuania, led to the growth of protest and the unification of all elements faithful to the Orthodox faith. When Cossacks rebelled against the authorities in the neighboring countries, they often received the support of the tsar, such as the protection of tsar Alexej against Poland in the Union of Pereslavl (1648), where a treaty, or rather protectorate agreement, was concluded between the Ukrainian Cossack leaders led by Bogdan Khmelnitsky and the Muscovy state. This would lead to a Polish-Soviet war that lasted until 1667, and that year culminated in the peace of Andrusovo. In the run-up to this battle, the Tsar faced large-scale domestic problems; with the same Stenka Razin.[1]

Napoleonic War
During the French invasion of Russia in June 1812, the mounted Cossacks, through their military prowess and familiarity with the terrain, played an important role in reducing the fighting power of the Grande Armée as they retreated from Moscow. The invasion brought the Cossacks and the Imperial regime closer than ever.
The struggle against the common enemy softened the bitterness that the ordinary Cossack had come to feel towards their own elite and the state. Cossacks had already taken part in campaigns against Napoleon in Europe, but now the battle was on their own territory. The Don Cossacks were most involved in the war,
by the largest number of participants and the route of the invasion.
Other Cossack armies also contributed significantly,
but the Don Cossacks mobilized their entire population.

After the invasion, a militia was immediately organized in all 16 provinces of European Russia. The Don Cossacks were not called up, because so many of them were already in service. Nevertheless, ataman Denisov mobilized all men between the ages of 17 and 55, and by September 1812 22 regiments had been formed. There was no government money available and all soldiers paid for their own equipment. Four other Cossack regiments were added, and in early October they arrived at the headquarters of General Kutuzov. The horsemen continued to follow the weakened army from a distance like hyenas watching a wounded animal, suddenly appearing out of nowhere and taking out parts of the army in brief attacks, only to disappear from view again. The supply and communication lines were not spared. The Cossack not only ruthlessly robbed and killed the wounded or left behind soldiers, but caused fear and dismay. This ongoing threat amounted to psychological warfare. The regular Cossacks, previously allied with irregular troops from the Don and Kuban, advanced with the Allies through Eastern, Central and Western Europe to Paris. Along the way they played a leading role in the Battle of the Nations at Leipzig and in the liberation of the French-occupied parts of Germany and the Netherlands.

 


A typical Cossack exercise on horseback
In Paris the Cossacks did not evoke sympathy from everyone,
certainly not among the defeated French soldiers. François Dumonceau of the Lancers van Berg described them as follows: "With clothes and headgear of all kinds, not a trace of a uniform, shabby and filthy, with their poor, scrawny horses with unkempt hair, their necks stretched out and their heads to the ground. focused,
only a simple snaffle for a harness, and armed with a rough long pole with a kind of nail in the point, apparently swarming together, these Cossacks reminded me of wriggling vermin." The peak of the Cossack, with which the victim was impaled, had a thin, rounded point with which it could only stab and cut through no tendon or muscle, so that injury was not serious as long as no vital organ was struck.The Cossack leader against Napoleon was the legendary ataman Matvey Platov, who had been killed by the tsar for his military merits was ennobled.The Cossacks had acquired an enormous reputation for their role in the victory over Napoleon, were invited to parties everywhere.They accompanied Tsar Alexander I to England in 1814 where they were particularly popular with the London population The Cossacks had been completely rehabilitated in the eyes of the Imperial elite of Russia and a new, mythical relationship had been developed. stand between the Imperial dynasty and the Cossacks. The Cossacks and the Tsar had never been so close and this relationship continued to develop under Alexander's successors. In 1827 Tsar Nicholas I coined the title 'ataman of all Cossack armies' for his son and successor Alexander. After that, that remained a title for every tsarevich. A mythology was developed that traditionally there was a unique bond between the Tsar and the Cossacks.

 

First World War
In the First World War, 12.5% ​​of the adult,
male Cossack population mobilized compared to 4.2% of the non-Cossack population. They supplied a disproportionate number of men. They made up 2.4% of the population of the Empire in 1913 and supplied about 368,000 men. The Don and Kuban each supplied 100,000 men.

 

Russian Civil War
In the Russian Civil War (1917-1922), the vast majority of Cossacks supported the Whites, who took part in military operations against the Red Army, the armed forces of the Bolshevik regime. The Don and Ussuri Cossacks refused to recognize the Bolshevik seizure of power. With propaganda the Bolsheviks tried to divide the Cossacks among themselves: their leaders were dismissed as instruments of 'international capital'. The Treaty of Brest-Litovsk in March 1918 brought Ukraine, the Baltic States, and large parts of the Don area under German occupation. Although the Germans had done everything they could to help the Bolsheviks get established in 1917, they were eager to force the Bolsheviks out of all the areas they controlled. The Don Cossacks managed to field an army of 40,000 men, under ataman general Krasnov. In the summer and autumn of 1918 there was heavy fighting in the areas of the Cossacks. Due to exhaustion and demoralization, groups of Cossacks asked for a truce in exchange for promises to respect the Cossack's way of life and treat them well. When those groups withdrew from the front on the Don, the rest of the Cossack army had to retreat south. The Red Army advanced to the capital of the Don Cossacks, Novocherkassk and was able to take the homelands of the Cossacks.

 

 

 

Genocide
Barely a year in power, the Bolsheviks decided that the Cossacks should be dealt with as a distinct group by destroying their culture and way of life or by physically exterminating them. What followed was a genocide against the Cossacks. On January 24, 1919, the Orgburo issued a secret circular to all military and Cheka organizations in the occupied territories of the Cossacks. It stated that exterminating the upper classes of the Cossacks to the last man was the only correct policy to solve the problem with the Cossacks.

There was 'mass terror'
to be applied to the prosperous Cossacks to the last man and to all Cossacks, indirectly or directly involved in the struggle against the Soviet power. Also, all grain had to be confiscated and 'new poor' established in the areas. 'Revolutionary tribunals' were set up to select and exterminate Cossacks. Already in a few weeks, 8000 Cossacks were executed in the upper Don area.

Thousands were also shot in the Urals. By grabbing grain, survivors could starve to death and become completely dependent on the state. Bringing in thousands of poor who were not Cossacks would be the economic basis of the way of life of the Cossacks and create a population hostile to them, so that the Cossacks would be permanently subjugated.
In doing so, the state began to experiment with the deportation of Cossacks. In the late 1920s, under Lenin, thousands of Terek Cossacks were deported.

March on Moscow
The Cossacks had been pushed back after five years of struggle, but had not yet been defeated. In 1919, an early March uprising in Veshenskaya Stanitsa led to the "March on Moscow" in the summer of that year. Krasnov submitted his Don Cossack army to Denikin's anti-Bolshevik army. Cossacks made up the vast majority of this joint army. Attacks by the generals Mamontov of the Don Cossacks and Shkuro of the Kuban Cossacks became legends of the civil war.
Soldiers of the Red Army who fell into Cossack hands could not count on lenient treatment. Red officers were dragged along the ground by horsemen with lassos, until they were dead. In October, the Bolshevik counter-offensive began and the Whites were pushed back. The vojskas (armies) of the Cossacks collapsed in the early 1920s. The support for the Whites was not appreciated by the Soviets and large-scale reprisals followed, during which the Cossacks were dismantled and the Cossack culture was suppressed.

The number of Cossacks dropped from an estimated 11 million to 140,000 (census 2002).

Diaspora
Tens of thousands of Cossacks from the Urals,

Orenburg and Far East moved to the border with China, while those from the Don, Kuban and Terek emigrated to Europe. From there they sometimes emigrated further to Brazil, the United States and Australia.
Most of the exiles, about 50,000 Cossacks,
departed in November 1920 from the Crimea, 28,000 from the Don and 18,000 from the Kuban.

They were under French protection in Turkish camps and on islands in the Aegean Sea (notably Lemnos) until March 1921. In 1922 they were allowed to emigrate to Bulgaria, Yugoslavia and Czechoslovakia.

Most Don Cossacks went to Bulgaria and those from the Kuban went to Serbia. Belgrade and Prague became important centers of the Cossack diaspora.

 

Collectivization and dekulakization
In 1922, the Cossack territories of the North Caucasus, the Urals and Siberia experienced one of the worst famines in European history. Hundreds of thousands of animals died due to food scarcity. In Stavropol it was reported that 500,000 people, including children, were dying among the farming population and in the 1st Don-ok pub 475,900, of which 75,000 were children. Cannibalism occurred and epidemic diseases spread. In the Cossack Stanitsas of the Urals, there was a death rate of 30-40% of the population. Between 1922 and 1925 an amnesty was proclaimed and 'emigrés' were allowed to return, after which 30,000 Cossacks returned. Cossacks were even able to rejoin the Red Army. A 'complete Collectivization' was carried out for the first time in the North Caucasus. Cossacks had to 'voluntarily' under intimidation
give up their land and livestock and participate in collective farming (kolkhoz). The Kuban Cossacks were told otherwise they would go to Solovki, one of the Gulag's most infamous camps. Stalin did not wait for the resistance and ordered the 'liquidation of the kulaks' on November 7, 1929.
(wealthy farmers). What followed was the 'dekulakization' of the peasantry, which was carried out in waves until 1933. Each area was given a minimum quota of kulaks to be arrested and deported with their families. Twenty thousand households were the first to be deported from the North Caucasus, the heart of the former Cossack territories. There was an extensive definition of what was meant by a kulak, and there was hardly a Cossack who did not fall into one category or another. In the period 1932/3 more than 100,000 people were deported from the Kuban alone,
including a large share of Cossacks. In 1932 there was another famine. In 1933, Stalin forbade starving people to seek refuge elsewhere. No outside help was allowed. Between June 1932 and December 1933, at least 350,000 people or 4% of the population of the North Caucasus died of starvation
or hunger-related illnesses. But when an international war threatened, the 'old Cossack traditions' were again taken up and from February 1936 Cossack divisions for the army were set up again. During the 'Great Terror' of 1937, Cossack officers in the Red Army and emigrés were hit particularly hard.
On the basis of an ordinance of July 1937 against the Cossack-Whites insurgents in particular, more than 500,000 were arrested, of which 239,252 had been shot on January 1, 1938

 

 

WWII
After the invasion, Cossack cavalry divisions were established from North Caucasus, Urals and Orenburg. They were astonishingly effective on the Eastern Front. The Cossack Guard took part in all the great battles, including in Moscow, Stalingrad and Berlin.

During the Second World War, many emigrant Cossacks fought in their own units on the German side to take revenge on the regime and regain control of their own territory under German protectorate.
The anti-Soviet Cossacks eventually withdrew with the Germans, stayed in Northern Italy and surrendered to the British in Lienz in 1945. Stalin demanded from the British that all Soviet citizens be handed over,
including thousands of Cossacks who had left at the end of the civil war. The British were aware of their fate in the Gulags,
but still agreed with Stalin. Heroes of the Civil War such as Don-ataman Pyotr Krasnov and the Kuban cavalry leader General Shkuro were taken to Moscow, tried and executed.

 

Current situation
After the dissolution of the Soviet Union, Cossack culture began a revival in Russia and Ukraine. Cossacks settled in areas and countries in the Caucasus, Siberia and the Baltic states, to protect ethnic Russians there from persecution by other ethnic groups and to maintain order, especially in the early 1990s in some areas
(including former Soviet republics) sometimes left something to be desired.
The Cossacks are also active in the security of the business world.

In Saint Petersburg, for example, they protect a large part of the companies in the city with their company Nevoskif.
Even the city's Russian mafia (the Tambov) fears them.

 

Communities
Cossacks are often named after the region or river where they 'originally' come from. This is where their communities were (and sometimes are). Cossack army units were called Cossack legions
and were often equivalent to the name of the community. Throughout history, the following communities existed in the border areas
of the Russian Empire (in brackets the river or region after which they are named):Don Cossacks (the River Don) - largest legion
Kuban Cossacks (the Kuban River) - originated from Zaporozhian Cossacks(from Zaporozhye, first called Black Sea Cossacks, later moved to Kuban, giving the current name)
Terek Cossacks (the Terek River)
Astrakhan Cossacks (city of Astrakhan) - created from remnants of the Volga Cossacks around 1750
Ural Cossacks (Ural River)
Orenburg-Cossacks (Orenburg)
Semireche Cossacks (Seven Rivers Country - now southeastern Kazakhstan and northeastern Kyrgyzstan)
- originated from Siberian Cossacks in 1867, around Verny
Siberian Cossacks (Siberia)
Baikal Cossacks (from the Trans-Bajkal Allegiance; east (trans=over) of Lake Baikal)
- from this arose the Amur Cossacks and Ussuri Cossacks
Amur Cossacks (the Amur River).
Some of these Cossacks were imprisoned by Manchus around 1683 or deserted and settled in Beijing.
They were given the name Albaziners.
Ussuri Cossacks (the Ussuri River)[2]
Yenisei Cossacks (from Krasnoyarsk and Irkutsk on the Yenisei)

De Kozakken stonden bekend als onverschrokken, trots en onafhankelijk (Foto uit de Eerste Wereldoorlog van Koebankozakken)

Koeban-Kozakken, eind 19e eeuw. Het uniform en de uitrusting van de Koeban-Kozakken verschilden aanzienlijk van die van de overige Kozakken

Een typische Kozakken-exercitie te paard